SV | Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden. |
WLC | שֵׁ֣שֶׁת יָמִים֮ יֵעָשֶׂ֣ה מְלָאכָה֒ וּבַיֹּ֣ום הַשְּׁבִיעִ֗י שַׁבַּ֧ת שַׁבָּתֹ֛ון קֹ֖דֶשׁ לַיהוָ֑ה כָּל־הָעֹשֶׂ֧ה מְלָאכָ֛ה בְּיֹ֥ום הַשַּׁבָּ֖ת מֹ֥ות יוּמָֽת׃ |
Trans. | šēšeṯ yāmîm yē‘āśeh məlā’ḵâ ûḇayywōm haššəḇî‘î šabaṯ šabāṯwōn qōḏeš laJHWH kāl-hā‘ōśeh məlā’ḵâ bəywōm haššabāṯ mwōṯ yûmāṯ: |
Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!